Volume 86 : 27
In der Beschränkung ...
De onontwarbare stikstofknoop juridisch bekeken: obstakels en opportuniteiten?
Rechtsmiddelen – Burgerlijke zaken – Hoger beroep – Verzoekschrift tot hoger beroep – Elektronische neerlegging
1. Straf – Motivering – Doeleinden van de straftoemeting – Beoordeling door de rechter – Fundamentele rechten van de beklaagde – 2. Wegverkeer – Rijverbod – Doeleinden van de straftoemeting – Motivering van het rijverbod door verwijzing naar de periode van onmiddellijke intrekking van het rijbewijs
Rechtsmiddelen – Strafzaken – Hoger beroep – Evocatie – Wijziging van het beroepen tussenvonnis op verzet in zoverre het oordeelt dat het verstek aan de beklaagde te wijten is
1. Verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling – Verwerping van het verzoek – Motivering – Vaststelling van het bestaan van ernstige aanwijzingen van schuld – Vermoeden van onschuld – Verwijzing naar het veroordelend beroepen vonnis – 2. Rechten van de Mens – Vermoeden van onschuld – Voorlopige hechtenis – Verwerping van een verzoek tot voorlopige invrijheidstelling – Vaststelling van het bestaan van ernstige aanwijzingen van schuld door loutere verwijzing naar het veroordelend beroepen vonnis – Miskenning van het vermoeden van onschuld
Vordering tot schorsing – Uiterst dringende noodzakelijkheid – Overheidsopdrachten – a. Onroerend erfgoed – Interpretatie van begrip «onroerend erfgoed» – b. Selectiecriteria – Referenties – Bevraging – Koppeling met prijsonderzoek
Rechtsmiddelen – Strafzaken – Hoger beroep – Termijn – Laattijdig ingesteld hoger beroep door de advocaat – Overmacht – Medische reden – Fout van de mandataris ad litem
1. Verjaring – Stuiting – Vereiste van instellen van vordering – Uitwerking – Virtueel begrepen vorderingen – Begrip – Nietigheidsvordering – Reeds verjaarde vordering – Geen stuiting mogelijk – 2. Overeenkomst – Nietigheid – Vereiste van rechterlijke uitspraak
In der Beschränkung ...
De onontwarbare stikstofknoop juridisch bekeken: obstakels en opportuniteiten?
Rechtsmiddelen – Burgerlijke zaken – Hoger beroep – Verzoekschrift tot hoger beroep – Elektronische neerlegging
1. Straf – Motivering – Doeleinden van de straftoemeting – Beoordeling door de rechter – Fundamentele rechten van de beklaagde – 2. Wegverkeer – Rijverbod – Doeleinden van de straftoemeting – Motivering van het rijverbod door verwijzing naar de periode van onmiddellijke intrekking van het rijbewijs
Rechtsmiddelen – Strafzaken – Hoger beroep – Evocatie – Wijziging van het beroepen tussenvonnis op verzet in zoverre het oordeelt dat het verstek aan de beklaagde te wijten is
1. Verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling – Verwerping van het verzoek – Motivering – Vaststelling van het bestaan van ernstige aanwijzingen van schuld – Vermoeden van onschuld – Verwijzing naar het veroordelend beroepen vonnis – 2. Rechten van de Mens – Vermoeden van onschuld – Voorlopige hechtenis – Verwerping van een verzoek tot voorlopige invrijheidstelling – Vaststelling van het bestaan van ernstige aanwijzingen van schuld door loutere verwijzing naar het veroordelend beroepen vonnis – Miskenning van het vermoeden van onschuld
Vordering tot schorsing – Uiterst dringende noodzakelijkheid – Overheidsopdrachten – a. Onroerend erfgoed – Interpretatie van begrip «onroerend erfgoed» – b. Selectiecriteria – Referenties – Bevraging – Koppeling met prijsonderzoek
Rechtsmiddelen – Strafzaken – Hoger beroep – Termijn – Laattijdig ingesteld hoger beroep door de advocaat – Overmacht – Medische reden – Fout van de mandataris ad litem
1. Verjaring – Stuiting – Vereiste van instellen van vordering – Uitwerking – Virtueel begrepen vorderingen – Begrip – Nietigheidsvordering – Reeds verjaarde vordering – Geen stuiting mogelijk – 2. Overeenkomst – Nietigheid – Vereiste van rechterlijke uitspraak
Année
2022
Volume
86
Numéro
27
Page
1075
Langue
Néerlandais
Juridiction
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 18/10/2022
Référence
“Rechtsmiddelen – Strafzaken – Hoger beroep – Evocatie – Wijziging van het beroepen tussenvonnis op verzet in zoverre het oordeelt dat het verstek aan de beklaagde te wijten is”, RWE 2022-23, nr. 27, 1075-1076
Résumé
Wanneer een beklaagde hoger beroep instelt tegen een vonnis dat geen uitspraak doet over de gegrondheid van de strafvordering maar louter oordeelt dat het verzet van de beklaagde tegen het hem bij verstek veroordelend vonnis ontvankelijk is en dat dit verstek aan hem te wijten was en dat voor het overige het debat heropent teneinde de zaak ten gronde te behandelen, is de rechter in hoger beroep die dat vonnis tenietdoet of wijzigt door te beslissen dat het verstek ingevolge de onregelmatigheid van de betekening van de dagvaarding niet aan de beklaagde te wijten was, bij toepassing van art. 215 Sv. ertoe verplicht de zaak aan zich te trekken en te beslissen over de grond van de zaak. De rechter in hoger beroep vermag in dat geval de onregelmatigheid niet te herstellen door de zaak voor verdere behandeling ten gronde naar de eerste rechter te verwijzen. Dit houdt geen miskenning in van het recht op een eerlijk proces of het recht van verdediging, noch van de relatieve werking van het door de beklaagde aangetekende verzet.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!